Inleiding

Vanaf de kaart staart ons een grimmig kijkende figuur tegemoet, gezeten op een dubbele kubus (= altaar) waaraan een man en een vrouw zijn geketend.
Dit is de mischien de meest complexe kaart van het hele spel omdat zij datgene vertegenwoordigt waarmee wij eigenlijk niet kunnen - of willen - omgaan.

Bij moeilijke kaarten kun je in de verleiding komen om de hete brij heen te draaien. Ter illustratie even De Dood: als De Dood op tafel komt roept menigeen als in een Pavlov-reactie dat dit natúúrlijk niet de echte dood is maar een transformatie, en dat is meestal ook zo. Vaak staat dat wat er wordt afgebeeld voor iets anders (in dit geval De Dood die voor transformatie staat). Maar het is ook mogelijk dat je letterlijk kunt nemen wat er op tafel ligt. De Dood betekent soms gewoon de dood. Dat vinden we moeilijk onder ogen te zien, en dan kan het gebeuren dat je een vervanging voor die nare dood gaat zoeken, en dat is transformatie.
Dit laat zien dat het zoeken blijft naar het juiste evenwicht tussen symbolisch en letterlijk opvatten van dat wat er is afgebeeld.

Het probleem met De Duivel

Bij De Duivel is het probleem nog wat groter, ook hier gaat het om iets waar we liever niet mee geconfronteerd worden. En dus willen we net als bij De dood de letterlijke voorstelling vervangen door iets waar we wel mee uit de voeten kunnen.
Maar er komt nog bij dat de duivel niet echt bestaat (daar ga ik althans van uit), een letterlijke interpretatie is bijna niet meer mogelijk en bovendien is de duivel in de ogen van velen het compromisloze kwaad, het allerergste waarvoor je alleen maar gillend weg kunt rennen.
Al met al kun je het alleen maar zoeken in de alternatieve verklaringen. Zoals we De Dood vervangen door transformatie, zo moeten we De Duivel ook wel vervangen door iets wat in onze denkwereld past.

In de praktijk wordt er meestal een keuze gemaakt uit 2 opties: - met de kaart wordt een aantal negatieve eigenschappen verbonden. Vaak gaat het om zaken als verslaving (uitgebeeld door de ketens) of wellust (het dierlijke onderlijf van de duivel).
- een meer psychologische verklaring, vaak wordt de duivel dan geassocieerd met de schaduw.

Vanuit de gedachte dat de duivel slecht is (hier kom ik zeker nog op terug) kun je natuurlijk slechte eigenschappen toedichten aan deze persoon, maar je moet er voor waken dat deze eigenschappen niet worden bepaald door de privé-opvattingen van de tarotist die op dat moment aan het woord is. De variaties in duidingen van de duivel zijn dan ook vrij fors.
De andere benadering (de schaduw) is ook bruikbaar. Maar wat is de schaduw eigenlijk? De schaduw is een begrip uit de jungiaanse psychologie en ze staat voor datgene wat we in onszelf verafschuwen, en dus onderdrukken, en vervolgens - vol afschuw - herkennen in onze medemens.
De duivel kan deze schaduw heel helder uitbeelden. Het lastige is dat we hem mogelijk niet altijd als schaduw herkennen, juist omdat de duivel zo confronterend wordt afgebeeld en de schaduw iets is wat we van onszelf niet zien.

Ik wil met dit alles maar zeggen dat het met De Duivel niet allemaal zo klip en klaar is. Als er 1 ding belangrijk is bij De Duivel is het dat je creativiteit door deze kaart wordt uitgedaagd.
De Duivel is in elk geval een kaart waar je veel kanten mee op kunt. Als ik deze kaart tegenkom probeer ik me niet te laten leiden door mijn ideeën over goed en kwaad (daar moet je sowieso voorzichtig mee zijn) en ik betrek de context er bij. Als ik bijvoorbeeld een legging zie waarin het verwerven van vrijheid aan de orde is, zal ik bij De Duivel vast wel beginnen over de ketens.

Het zal wel nooit lukken De Duivel volledig te doorgronden, want het kwaad zal altijd iets zijn waar we met een boog omheen lopen. Maar ik wil wel even kijken naar wat we eigenlijk weten over dit heerschap, en hoe we met hem zijn omgegaan.

De duivel in de godsdienst

De duivel kennen we natuurlijk vooral uit de godsdienst. In monotheïstische religies is er sprake van een god (die volmaakt goed is) en ook van een duivel (die volmaakt slecht is).
Overigens is er in onze cultuur maar één prominente monotheïstische godsdienst. Jodendom, christendom en islam zijn uitingen van die ene godsdienst, zij aanbidden allemaal dezelfde god, de god van Abraham (die bekend is onder namen als Jahwe, Elohim, Allah, de Heer).
In polytheïstische godsdiensten is de tweedeling tussen goede en slechte goden vaak wat subtieler, er zijn dan meer goden die allemaal hun eigen taak hebben. Daarbij zijn er dan ook vaak goden die vernietiging en dergelijke tot taak hebben, maar dat betekent niet altijd dat zij slecht zijn (vernietiging is vaak nodig om ruimte te scheppen voor iets nieuws). Er zijn wel degelijk slechte goden in polytheïstische godsdiensten, maar de scheiding tussen goed en kwaad ligt toch anders en is minder scherp.
Een paar voorbeelden: Hermes is niet zonder meer slecht te noemen, maar hij is wel de god van de dieven (en hij stal runderen van Apollo). Zijn vader - Zeus - is voor de Grieken de oppergod, maar hij gaat vreemd bij het leven (en verwekt daarbij ook nog wat nieuw leven). Hera, de vrouw van Zeus, is geen demonische figuur, maar ze kan verschrikkelijk jaloers en gekrenkt zijn en dat uitleven op haar slachtoffers.
Met andere woorden, deze goden zijn niet volmaakt, ze zijn heel menselijk en we kunnen ze goed begrijpen. Het is niet voor niets dat Jean Shinoda Bolen twee fraaie boeken schreef: "Godinnen in elke vrouw" en "Goden in elke man". In deze boeken worden de griekse goden neergezet als persoonlijkheidstypen waarmee je als individu meer of minder affiniteit kunt hebben.

Heel anders is (als monotheïstisch voorbeeld) Jahwe. In kerken wordt verkondigd dat hij volmaakt goed en rechtvaardig is. Superlatieven schieten te kort. Wie hem (op de goede manier) gehoorzaamt kan voor eeuwig naar de hemel waar volmaakt geluk wacht.
Zijn grote tegenspeler, de duivel, is het ultieme slechte, er is helemaal niets goeds aan hem. Hij wil alleen maar mensen ten gronde richten en voor eeuwig laten branden in de hel. Voor hem moet je sidderen.
Dit zijn dogma's die gedurende 2000 jaren door veel mensen zijn geloofd. Het wonderlijke is dat het gedrag van (in elk geval) god dit niet helemaal weerspiegelt.
In de Bijbel staat beschreven hoe God Israel opdracht geeft steden uit te moorden (soms neemt hij dat trouwens ook zelf ter hand, zoals bij Sodom en Gomorrah), hij geeft de duivel toestemming Job ten gronde te richten en hij heeft soms spijt van zijn daden. Je kunt zeggen wat je wilt, maar dit is niet het gedrag van iemand die volmaakt goed en heilig is.
Ziedaar een groot probleem: wij hebben kennelijk behoefte aan een absolute scheiding tussen goed en kwaad, maar die scheiding is niet vol te houden.

Toch is die scheiding diep in onze cultuur verweven. Wij leven in een cultuur waarin goed en kwaad niet gemengd kunnen worden. Hetzelfde geldt voor de concepten "waar" en "onwaar".
In onze cultuur kan iets niet tegelijk waar en onwaar zijn, dat heet een tegenstrijdigheid, en dat accepteren we niet.
Een uitingsvorm hiervan is onze (computer-)technologie die is gebaseerd op digitale elektronica waarin op elementair niveau maar 2 waarden bestaan:
- 1, true, waar
- 0, false, onwaar
En de meest complexe systemen die we gebruiken, geluidsfragmenten die we beluisteren en speelfilms die we met computertechnologie bekijken zijn allemaal opgebouwd uit (vaak miljarden) massa's waarden die alleen maar waar of onwaar kunnen zijn.
Als je met true en false zo'n enorme technologie kunt opbouwen zal het wel een zeker bestaansrecht hebben, maar ik ben bang dat het ook versmallend werkt voor onze kijk op de werkelijkheid.

Het is verhelderend te kijken hoe dit werkt in onze rechtspraak: twee partijen verschijnen voor een rechter en er is één partij die wint (de goede) en de andere partij verliest (die wordt tot slechterik gemaakt). De winnaar krijgt bijvoorbeeld een schadevergoeding die door de verliezer betaald moet worden.
In andere culturen komt het voor dat er een oplossing wordt gezocht die voor iedereen acceptabel is. Bij een geschil praat men net zo lang door tot er een oplossing is die voor alle partijen acceptabel is. Dat is een heel andere benadering waarin goed en fout (en gelijk of ongelijk hebben) niet zo hemelsbreed uit elkaar liggen.

We hebben het denken in extremen (waar/onwaar, goed/slecht) diep verankerd zitten in onze genen. In een maatschappij waarin de waarheid zo absoluut kan zijn is ook het extremisme niet ver meer te zoeken. Wie meent het absolute gelijk aan zijn kant te hebben, en daarbij gelooft dat iedereen die het met je oneens is dus wel totaal verdorven is, komt al gauw in de verleiding met bommen te gaan gooien. Wat dat betreft roept onze samenleving het extremisme zelf op. We zouden de tussenvormen van goed en kwaad, het grijze gebied, eens wat beter moeten verkennen.

De duivel en Jahwe zijn - als kwaaie en goeie - allebei de verpersoonlijking van dit alles.

Niemand is volmaakt goed of slecht, geen god, geen mens. Dat kun je gerust onder ogen zien zonder meteen jezelf te verafschuwen. Ik geloof dat het heel gezond is om je ongewenste eigenschappen onder ogen te zien en vooral ook te accepteren. Op zijn minst leer je een beetje relativeringsvermogen.

De duivel als controlemiddel

De duivel zoals die in de tarot wordt afgebeeld is heel duidelijk de klassieke christelijke duivel. Die is ook in de Waite-kaart afgebeeld.
De traditionele voorstelling van de duivel is die van een man met horens, een baard, een harig lijf, soms een prominent geslachtsorgaan (niet bij Waite) en bokkepoten. Waite schrijft zelf dat op deze kaart de geit van Mendes is afgebeeld. Dit is een figuur uit de Egyptische mythologie, aanvankelijk een locaal godje dat later uitgroeide en gelijk werd gesteld met Osiris en later met Ra. De grieken identificeerden hem met Pan. Het is een beetje vreemd dat Waite het over de geit van Mendes heeft, want afbeeldingen van deze geit lijken niet op De Duivel (geen menselijke lichaamsdelen), maar Pan lijkt er des te meer op. Wellicht verwees Waite liever naar de Egyptische mythologie.

Pan is een voorchristelijke god die vooral met vruchtbaarheid te maken had.
Omdat men niet overweg kon met Pan heeft men hem tot duivel verheven.
En dit gegeven is - mijns inziens - ook meteen een sleutel tot de betekenis van deze kaart: De Duivel vertegenwoordigt wat je slecht wilt laten zijn. Met andere woorden datgene wat je niet bevalt. Dit is mischien wel het beste uit te leggen aan de hand van sinterklaas: wij vertellen onze kinderen dat ze braaf moeten zijn, anders gaan ze in de zak naar Spanje. Sinterklaas is dus een boeman die kinderen afvoert als zij ongewenst (onaangepast) gedrag vertonen.
Voor volwassenen is er de duivel: als je niet gelooft wat de kerk leert val je in handen van de duivel en dan ga je naar de hel (dit is in elk geval de gereformeerde visie, andere visies kunnen afwijken, maar de rol van de duivel is steeds hetzelfde: boeman). Dit is voor veel mensen een ijzersterk argument om aan hun geloof vast te klampen. In die zin is de duivel een hulpmiddel voor kerken om mensen binnen te houden.
De duivel wordt hier dus gebruikt als dwangmiddel. Als de duivel niet al bedacht was zou het christendom hem uit moeten vinden.
Het aspect van de geketende mensen wordt hier wel heel duidelijk geillustreerd. Voor wie mensen in het gareel wil houden is de duivel een belangrijke medestander. Als de kaart De Duivel verschijnt kun je jezelf de vraag stellen of je zelf ook niet in een gareel loopt. Dit kan het gareel van een verslaving zijn. Het kan slaan op gehoorzaamheid, zeker als je gehoorzaam bent aan iets waar je niet achter staat.

De duivel als onderdrukking van seksualiteit

Het is wel sprekend dat juist een vruchtbaarheidsgod als symbool voor het ultieme kwaad wordt gehanteerd. Het is ook wel typerend voor de manier waarop er is gedacht over seksualiteit: vies en verdorven en alleen geoorloofd als het is om kinderen te verwekken. Niet alleen vrouwen zijn in het verleden onderdrukt geweest, want juist een mannelijke vruchtbaarheidsgod werd gezien als ultiem symbool van het kwaad. Ook naar mannen toe is deze denkwijze zeer onderdrukkend, vergeet niet dat katholieke priesters werden geacht hun mannelijkheid niet te gebruiken (celibaat!).
Nu is seksualiteit een van de dingen die het moeilijkst te onderdrukken zijn, hoe hard we het ook proberen. Dit betekent dat De Duivel er voortdurend op uit is de regels te ontduiken, op die manier krijgt hij iets ondeugends (en soms iets zeer schadelijks).

Samenvatting

Met De Duivel kun je veel kanten op en ik realiseer me heel goed dat ik ook maar een paar aspecten uitgelicht heb. Wat betekent dit alles voor de duiding?
Een paar dingen wisten we van te voren al:
- de duivel kan staan voor slechte eigenschappen (mogelijk afhankelijk van de bril die de tarotist op heeft), denk aan verslaving of zinnelijkheid.
- de duivel kan staan voor onze schaduw.

We hebben ook gezien dat de duivel een goede truc is om iets op afstand te zetten, als je dit onbewust doet kun je het over de schaduw hebben. Maar je kunt ook heel bewust datgene demoniseren waarmee je de discussie niet aan wilt gaan.
Een leuke kant van de duivel is dat hij ook heerlijk ondeugend kan zijn, zoals we bij het onderwerp seksualiteit hebben gezien.

Met dit artikel hoop ik te hebben laten zien dat de duivel vooral heel extreem is, een symbool voor het welles/nietes denken in onze samenleving. De duivel kan in die zin een waarschuwing voor demonisering zijn. Maar De Duivel is niet alleen maar schaduw. Hij is ook het kwaad in haar meest rauwe vorm. En het kwaad zal zijn meest extreme, en meest rauwe vorm aannemen als goed en kwaad verabsoluteren.